18 december 2012

Passenger - All the little lights

we worden geboren met kleine lichtjes, miljoenen schijnen fel
verlichten ons pad, tonen ons de weg die we kunnen gaan
telkens wanneer je liefde voelt, licht er een feller op
telkens wanneer liefde verdwijnt, gaat er een uit
gedoemd gaandeweg te doven, een voor een
om daarna nooit meer op te lichten
zo wordt het hart donkerder
en liggen we in het duister
tot de laatste dooft
dan zijn we
koud
oud

22 oktober 2012

Mumford & Sons - Broken crown

Het zijn de minestrelen van de moderne folk. Mumford & Sons beheerst het genre tot in ieder detail. De accenten die ze leggen, kloppen - of het nu de slag op de gitaar, de kadans van de banjo of het huilen van de stem betreft.

De opvolger van hun debuutalbum Sigh no more heet Babel. Wellicht geen vernieuwend pad, of ander inzicht op de muziek als hun eerdere werk, maar wel een vervolmaking van hun eigen geluid. "Evolutie, geen revolutie." Een album vol weemoed en spijt, uitmondend in machteloze woede, of beter gezegd: wanhoop. Elk nummer heeft wel iets van die inhoudelijke elementen. De opbouw is telkens vurig, energiek. Zo kabbelend, haast onhoorbaar als de nummers beginnen zo vurig culmineren ze in een wervelende storm van woord en muziek.

Aanzwellende orkaanmuziek in gedempte herfsttinten.

10 juni 2012

Bruce Springsteen - Death to my hometown

Dat het album Wrecking ball van The Boss een hoogstaand staaltje is van de meest pure vorm van rock, dat The Boss het met zijn 62 jaar nog lang niet is verleerd, dat The E-Street Band een perfect geoliede en overmoeibare stoomlocomotief is die zonder hoogmoed de voorman gehoorzaam volgt, dat wisten we allemaal al lang. En dat er op dat album eigenlijk geen slechte nummers staan ook.

Maar het mooie van muziek is dat je soms een nummer vaker hoort, of ineens een live uitvoering ziet, waardoor je opnieuw gegrepen en geboeid raakt. Ik zag de live-registratie van Death to my hometown op Pinkpop en werd geraakt door de felheid, de boosheid die de kleine popartiest over het veld uitstrooit. Een aanklacht tegen de tomeloze hebzucht, tegen oorlog, aanslagen en op macht beluste dictators. Een aanklacht tegen alles - zelfs de hand van God zaait dood en verderf. En in de verte een verwijzing naar het zoetere My hometown (uit 1984).

Zoals het een machtig popartiest betaamt, schiet de muziek alle narigheid rechtstreeks naar de hel:
"Now get yourself a song to sing and sing it 'til you're done
Yeah, sing it hard and sing it well
Send the robber barons straight to hell"

Hier staat een artiest die zijn nummer niet alleen zingt, maar acteert en overbrengt; aan zijn band, van de voorste rij op het veld, tot aan de achterste rij in de huiskamer. Tot de laatste maat van de driekwarts-mars, en vanaf het aftellen aan het begin: Bruce is The Boss. Daarom. 

18 mei 2012

Ian Anderson - Banker bets, banker wins

Jethro Tull, de band rondom Ian Anderson, stond in de jaren '70 aan de wieg van de progressieve rock. De band was lastig in te delen - was het folk? Was het rock? Was het klassiek? Blues? Muziek past soms niet in een hokje, dat is misschien nog de beste conclusie.

Het concept album Thick as a brick (1972) verhaalt over de jongeman Gerald Bostock. En nu, 39 jaar later, vraag Ian Anderson zich af: hoe zou het Gerald Bostock zijn vergaan? Ziedaar, de inspiratie voor TAAB 2 - Whatever happened to Gerald Bostock?

Het nummer Banker bets, banker wins is een muzikaal hoogstandje waarin alles klopt. De Eye-of-the-tiger achtige drumpartij die de kadans van de beurskoersen aangeeft. Een akoestische protestgitaar als pamflet tegen het graaien. Snerpend woedende gitaaruithalen als onvoorspelbare put-opties en sprinters. En ook het handelsmerk van Jethro Tull, de dwarsfluit (ja, de dwarsfluit) schittert in dit nummers als een nietsontziende, hedonistische bankier.

De tekst is maatschappijkritisch.
De bankier spoelt  alle kritiek weg met een flinke latte bij de Starbucks: "Draconian calls for regulation / are drowned in latte with Starbucks muffin."
De bankier, neergezet als een meedogenloze zondaar: "Banker bets, cheque's in the post / not worth the ink it's written in".

12 februari 2012

Other lives - For 12

Reizen zonder te verplaatsen.
In gedachten.
Imaginair verdwalen in een bos.
Of op een berg - hoog. Of in een dal - diep.
Zinloos zwevend tussen tijd en eeuwigheid, tussen werkelijkheid en tastbaarheid, tussen gedachte en gevoel.

Buigt plotsklaps de herinnering hoopvol omhoog, strepen achterlatend in de ijle lucht, om daarna door niets ontziende zwaartekracht weer aan de kille aarde vastgeklonken te worden.

Waar niets is, is alles.

Afgezonderd in een ver verwijderde solitaire eenzaamheid.

Stilte.
Angstaanjagend. Hoopvol.
Rustgevend.

11 januari 2012

Kate Bush - Snowed in at Wheeler Street

"Het spijt me u te storen, maar... ken ik u niet ergens van?" Met die ene, simpele zin ontvouwt zich in ruim acht minuten een van de meest verhalende popnummers uit de recente muziekhistorie. Fictieve plaats van handeling: Wheeler Street in Cambridge. Twee geliefden komen elkaar tegen - zij bezongen door Kate Bush, hij door Elton John. Ze waren eeuwig verliefd, zagen hoe Rome werd platgebrand, stonden aan verschillende kanten van de loopgraven en verloren elkaar telkens weer uit het oog. Hij zag haar in Parijs, met iemand anders. Zij had zijn foto op de kast staan in een hartvormig lijstje.

Maar nu beloven ze met een hartekreet tussen de sneeuwvlokken elkaar niet meer te verliezen. Nooit meer. Met een simpel stuk touw willen ze zich letterlijk aan elkaar binden. Opnieuw voor eeuwig verliefd. Spijt, verlangen en geluk vechten om het hoogste woord.

Alle nummers op het album 50 words for snow spelen zich af in een besneeuwd decor. De schemerachtige muziek staat in dienst van het verhaal. Als een dempende deken van sneeuw vouwt de piano zich om de geliefden heen, terwijl de wereld alsmaar witter wordt.