Het zijn de minestrelen van de moderne folk. Mumford & Sons beheerst het genre tot in ieder detail. De accenten die ze leggen, kloppen - of het nu de slag op de gitaar, de kadans van de banjo of het huilen van de stem betreft.
De opvolger van hun debuutalbum Sigh no more heet Babel. Wellicht geen vernieuwend pad, of ander inzicht op de muziek als hun eerdere werk, maar wel een vervolmaking van hun eigen geluid. "Evolutie, geen revolutie." Een album vol weemoed en spijt, uitmondend in machteloze woede, of beter gezegd: wanhoop. Elk nummer heeft wel iets van die inhoudelijke elementen. De opbouw is telkens vurig, energiek. Zo kabbelend, haast onhoorbaar als de nummers beginnen zo vurig culmineren ze in een wervelende storm van woord en muziek.
Aanzwellende orkaanmuziek in gedempte herfsttinten.